Taskforce gemeenten

Deze pagina is speciaal ontworpen voor beleidsmedewerkers bij gemeenten die betrokken zijn bij de uitvoering van de verschillende regelingen onder de Aanpak Piekbelasting. Gemeenten spelen een cruciale rol binnen deze regelingen. De "Taskforce Gemeenten", onderdeel van de Uitvoering Aanpak Piekbelasting (UAPB), is opgericht om gemeenten te ondersteunen.

Deze pagina bevat informatie, hulpmiddelen en "best practices" die de uitvoering en afhandeling van de regelingen kunnen vergemakkelijken. De huidige focus ligt op de regelingen Lbv, Lbv-plus of Lbv kleinere sectoren, met de intentie om in de toekomst aanvullende instrumenten voor andere regelingen beschikbaar te stellen.

Onderaan de pagina vindt u momenteel een beperkt aantal antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ) over de rol van gemeenten bij de uitvoering van de Lbv-, Lbv-plus- of Lbv-regelingen voor kleinere sectoren. Dit is een eerste stap, en de pagina zal regelmatig worden bijgewerkt op basis van nieuwe ontwikkelingen.”

Beleid, Visie en Ruimtelijke Ordening

Deze handreiking biedt een overzicht van diverse mogelijkheden voor duurzame erftransformaties, die agrariërs perspectief bieden. Het uitgangspunt is dat een zogeheten waardesprong, mogelijk gemaakt door planologische verruiming, financiële ruimte biedt voor verduurzaming van de bedrijfsvoering of voor de aanleg en het onderhoud van bos en natuur. De handreiking ondersteunt gemeenten bij het inzetten van het instrumentarium van de Omgevingswet om initiatieven van agrariërs mede mogelijk te maken. Daarnaast wordt de rol van de provincie in het proces belicht. Lees meer over de Handreiking Planologische concepten erftransformaties.

Deze RVO-pagina geeft informatie over de mogelijkheid om (kleinschalige) woningbouw te realiseren op een voormalig landbouwerf. Daarnaast is de Webinar Erftransformatie en Woningbouw, die plaatsvond op 30 september 2024, ook via deze pagina terug te kijken.

In de regio's Foodvalley en Amersfoort is behoefte aan een uniform beleidskader voor de functieverandering van agrarische bedrijven. Voor de Gelderse gemeenten is een afwegingskader beschikbaar dat flexibiliteit biedt om ruimtelijke kwaliteit te verbeteren, onder andere door de verhandelbaarheid van sloopmeters. Dit kader is recent geëvalueerd en functioneert naar tevredenheid. Ook de Utrechtse gemeenten binnen de regio's Foodvalley en Amersfoort hebben aangegeven zich bij dit beleid te willen aansluiten. 
Bekijk het Afwegingskader functieveranderingsbeleid 2024 Regio Foodvalley/ Regio Amersfoort voor meer informatie.

Werkend aan kwaliteitsverbetering van het landelijk gebied gaat de gemeente Ede zorgvuldig om met functiewijzigingen. Ede werkt samen met gemeenten in regionaal verband, en daaruit is het Afwegingskader Functieveranderingsbeleid 2024 ontstaan, opgesteld door en voor de (gehele) Regio Foodvalley en Regio Amersfoort. Op verschillende thema’s binnen dit kader kunnen op gemeentelijk niveau (nadere) keuzes worden gemaakt. 

De vaststelling van de Omgevingsvisie Ede 2040 vormde de aanleiding om de gemeentelijke beleidsuitwerking 'Functiewisselingswoningen Ede' uit 2018 te herzien. Deze herziening heeft geleid tot een bredere lokale uitwerking die meerdere typen functieveranderingen omvat. Het resultaat is vastgelegd in deze Beleidsuitwerking Functieverandering 2024.

De gemeente Ede heeft het eerste Tijdelijke alternatieve maatregel (TAM)-omgevingsplan gepubliceerd, dat tot 20 november 2024 als ontwerpplan ter inzage lag. Dit plan faciliteert vijf initiatieven voor functieveranderingen op percelen in het landelijke gebied van Ede. Vier van deze veranderingen zijn ingediend in het kader van de Landelijke Beëindigingsregeling voor veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus). 

Het TAM-omgevingsplan voorziet in de benodigde aanpassing van huidige agrarische bedrijfsfuncties, voorheen bekend als 'bestemmingen', op betrokken locaties. Deze wijziging is noodzakelijk omdat de voorgestelde functieveranderingen niet passen binnen het huidige (tijdelijke) omgevingsplan. Via het TAM-omgevingsplan wordt ruimte gecreëerd om transities juridisch mogelijk te maken.

De gemeente Ede heeft de Project Mogelijkheden Buitengebied-regeling (ProMo-regeling) gelanceerd. Deze regeling biedt agrariërs een eenvoudige en kostenefficiënte manier om hun bestemmingen aan te passen. De regeling staat open voor 100 geldige aanmeldingen. Lees meer over Project: Mogelijkheden Buitengebied (ProMo).
 

‘Wat kan en mag op mijn locatie?‘ Het interim beleid en het bijbehorend 'Inspiratiekader', geven ondernemers in het buitengebied van Nederweert richting bij het beantwoorden van deze vraag. De gemeente Nederweert staat open voor innovatieve ideeën en initiatieven die een bijdrage leveren aan de opgaven in hun gemeente. Zo werken ze toe naar een toekomstbestendig en leefbaar Nederweert. Initiatieven van ondernemers moeten passen in het gebied en bij de directe omgeving. Voor een goede balans, variatie en spreiding van activiteiten heeft de gemeente Nederweert 'Gebiedspaspoorten’ opgesteld, die zijn opgenomen in het Inspiratiekader. Zo krijgen initiatiefnemers een helder beeld van wat de mogelijkheden zijn en beperkingen zijn in het gebied waarin zij wonen en ondernemen.

Zodra initiatiefnemers bekend zijn met de mogelijkheden en beperkingen, kan de ‘Checklist Principeverzoek’ helpen als hulpmiddel bij het opstellen van een zogeheten principeverzoek. Deze checklist helpt om aanvragen beter te onderbouwen en benadrukt essentiële aandachtspunten.

De gemeente beoordeelt plannen op basis van het ‘waarderingsschema’, dat ook is opgenomen in het Inspiratiekader.  Dit schema is toepasbaar op verschillende schaalniveaus en voor uiteenlopende ruimtelijke ontwikkelingen, variërend van gemeentelijke gebiedsontwikkelingen tot individuele plannen. 
Het waarderingsschema is in ontwikkeling en zal in de toekomst, mede aan de hand van concrete casussen en brede visievorming, verder uitgewerkt worden. 

Dit document geeft inzicht in de wettelijke regels en gemeentelijke beleidsruimte voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ook in relatie tot de zorgplicht voor volksgezondheid. Het document gaat in op onder andere de Omgevingswet, de 50 meter vuistregel voor een spuitzone, en jurisprudentie rondom het thema spuitzones.  

Dit document geeft inzicht in het (efficiënt) faciliteren van erftransformaties wanneer een gemeente nog niet beschikt over een omgevingsplan en/of programma landelijk gebied. Het document biedt uitleg over beleidsregels als tussenoplossing en geeft een voorbeeld van een gemeente dat deze beleidsregels gebruikt. 

Dit document geeft inzicht in de juridische borging en motivatie van het veranderen van de veehouderijfunctie aan de hand van de ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ (ETFAL), een uitgangspunt vanuit de Omgevingswet. Daarnaast geeft het ook inzicht in de juridische route voor een nieuwe activiteit en voorbeelden vanuit gemeenten.  

Dit document geeft inzicht in de wettelijke regels rondom het thema geurhinder bij verandering van functie van een locatie. Daarnaast biedt het inzicht in de mogelijkheden om in specifieke situaties af te wijken van de regels.  

Dit document geeft een overzicht van de verschillende aspecten waarop gelet kan worden tijdens het controleren van een conceptverzoek van een ondernemer deelnemende aan de Lbv(+)-regelingen, zoals de huidige en beoogde situatie en aspecten zoals milieu, natuur, water en cultuurhistorie.

Dit document geeft inzicht in de mogelijkheden om gebruik te maken van rood-voor-rood regelingen voor erftransformaties bij verplaatsings- of beeïndigingsregelingen. Omdat het combineren van de regelingen kan een uitdaging zijn vanwege verschillen in eisen, kosten, en ruimtelijke plannen, biedt dit document overzicht in context van de Lbv(+)-regelingen. 

Onderzoeksrapporten naar veranderend grondgebruik

Het huidige agrarische grondgebruik vormt een aanzienlijke uitdaging voor het behalen van de waterkwaliteitsdoelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2027. Daarnaast bestaat de zorg dat agrariërs die hun bedrijfsactiviteiten beëindigen, kunnen overstappen op teelten die de afstand tot de gestelde water-, natuur- en klimaatdoelen verder vergroten. De factsheet uit 2023 belicht de juridische instrumenten binnen de Omgevingswet waarmee overheden de waterkwaliteitsdoelen kunnen ondersteunen, met bijzondere nadruk op het terugdringen van emissies van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen vanuit agrarisch gebruik.

Checklist sloop

Een van de voorwaarde die wordt gesteld vanuit de Lbv, Lbv-plus en Lbv kleinere sectoren is dat de agrariër de dierenverblijven, mestkelders en -silo’s, sleuf- en voersilo’s (productiecapaciteit) sloopt en verwijdert. De gemeente is het bevoegd gezag voor het toezicht op en zo nodig de handhaving van de sloopvoorschriften volgens de geldende wetten en regels. Met een formulier geeft de gemeente door dat alle dierenverblijven, mest- en voeropslagen (productiecapaciteit) zijn gesloopt aan RVO, en dat het puin daarvan is afgevoerd. Meer informatie hierover is beschikbaar op de website van RVO.

Mensen wandelen strand

Organisatie, Planning en Communicatie

Kringlooplandbouw vormt de basis voor een duurzame agrifoodsector en een vitaal landelijk gebied. Voor agrarisch ondernemers zijn er 3 perspectiefroutes: verduurzamen, verplaatsen en vrijwillige beëindiging. De eerste route, verduurzamen, kent verschillende opties zoals nieuwe producten of diensten, extensiveren en technologische innovaties. De route verplaatsen van het bedrijf leidt ook naar de route van verduurzamen, alleen op een andere locatie. De derde route is vrijwillige beëindiging van het bedrijf.

RVO heeft een overzicht beschikbaar van de subsidieregelingen voor agrarische ondernemers. Per regeling zijn verwijzingen opgenomen naar  meer inhoudelijke en verdiepende informatie.

De gemeente heeft een belangrijke rol in de uitvoering van de regelingen binnen de aanpak piekbelasting, zoals de Lbv (-plus) regelingen. Op de website van RVO is uitgebreide informatie te vinden over de taken en verantwoordelijkheden van gemeenten bij deze regelingen. 

De VNG heeft in samenwerking met het ministerie van LVVN en enkele gemeenten een handreiking opgesteld. Deze geeft context bij de regelingen, de bredere aanpak piekbelasting en beschrijft de acties en verantwoordelijkheden van gemeenten. Lees meer over de Handreiking voor stikstofregelingen en aanpak piekbelasting.

De provincie Gelderland heeft op basis van een brief van de gemeente Bronckhorst een voorbeeldbrief ontwikkeld voor gemeenten binnen haar regio. Deze brief is bedoeld om ondernemers te benaderen die een positieve beschikking hebben ontvangen voor deelname aan de Lbv (-plus). Door gebruik te maken van deze brief, kunnen gemeenten al in een vroeg stadium van de aanvraagprocedure in gesprek gaan met deze ondernemers. Bekijk de voorbeeldbrief gemeente aan ondernemers LBV (+)

Tegemoetkoming voor uitvoeringskosten stikstofregelingen

Het rijk stelt een tegemoetkoming beschikbaar aan gemeenten voor de uitvoeringskosten van de stikstofregelingen. De tegemoetkoming wordt uitgekeerd via decentralisatie-uitkeringen in het gemeentefonds. Het gaat om € 27.000 per deelnemende veehouderijlocatie. Meer informatie hierover staat op de website van VNG. 

Fiscale kaarten (LVVN)

Het ministerie van LVVN heeft twee fiscale kaarten ontwikkeld: de fiscale kaarten ter ondersteuning van de zaakbegeleider en de Verdieping op de Fiscale kaarten ter ondersteuning van de zaakbegeleider. Deze kaarten gaan in op de fiscale consequenties voor agrarische ondernemers bij onder andere bedrijfsbeëindiging. Deze kaarten zijn primair bedoeld voor zaakbegeleiders, maar kunnen ook nuttig zijn voor gemeenten en andere betrokken partijen.

Martinus nijhoffbrug

Veelgestelde vragen

De openstelling is van 18 november 2024 tot en met 20 december 2024. Zie voor meer informatie de website van RVO

Bekijk voor meer informatie over de verschillende regelingenverwijzen de website van RVO.

Eén van de vereisten van onder andere de vrijwillige beëindigingregelingen en de verplaatsingsregeling is dat de gemeente het omgevingsplan wijzigt waarbij de functie veehouderij en/of het houden van landbouwhuisdieren niet meer mogelijk is. Het moet dus planologisch worden uitgesloten om op de betreffende locatie een (intensieve) veehouderij met landbouwhuisdieren te exploiteren. 

Voor de regeling is het vereist dat de ondernemer het verzoek tot ‘wegbestemmen’ indient bij de gemeente en dat de gemeente schriftelijk aan de ondernemer bevestigt dat dit verzoek in behandeling is genomen. Het omgevingsplan dient vervolgens (op termijn) gewijzigd te worden. 

De procedure voor deze omgevingsplanwijziging omvat participatie, terinzagelegging en vaststelling door de gemeenteraad. STOP/TPOD en TAM-IMRO zijn hierbij de standaarden voor de digitale verwerking en uitwisseling van de informatie.

Kijk voor meer informatie naar bijlage 1 van het document ‘Werkinstructie: Wijzigen Omgevingsplan voor gemeenten’. De laatste update was in September 2024.

*1) ‘Wegbestemmen’ wordt in de Omgevingswet niet meer gebruikt. Voor de duidelijkheid hebben we het bij deze specifieke vraag toch nog gebruikt. 
 

Voor de regeling is het cruciaal dat de ondernemer het verzoek tot ‘wegbestemmen’ indient en dat de gemeente schriftelijk aan de ondernemer bevestigt dat dit verzoek in behandeling is genomen. Het feitelijk wijzigen van het omgevingsplan kan op een later moment plaatsvinden, en kan via een veegplan. 

Een veegplan kan tot een versnelling van het proces leiden. Dit komt doordat er maar 1 inspraakprocedure georganiseerd hoeft te worden en de gemeenteraad maar 1 keer over de bundel hoeft te besluiten. Als er bezwaren verwacht worden tegen één of meer van de wijzigingen, dan is het níet te adviseren om deze wijzigingen te bundelen in 1 procedure. Het goed plannen van de inspraakprocedure en de besluitvorming door de gemeenteraad - in overleg met de griffie - draagt bij aan het versnellen van het proces.
 

Naast het ‘wegbestemmen’ van de veehouderijfunctie, kan het zijn dat een ondernemer een verzoek indient voor een nieuwe/andere activiteit. Deze nieuwe/andere activiteit is mogelijk via een BOPA  , echter dit wijzigt het omgevingsplan nog niet. De gemeente dient deze wijziging na maximaal 5 jaar in het omgevingsplan te verwerken.

Kijk voor meer informatie naar Bijlage 1 van de Handreiking VNG ‘Beëindigingsregelingen veehouderij en Aanpak Piekbelasting: Werkinstructie: Wijzigen Omgevingsplan voor gemeenten’. Deze is voor het laatst bijgewerkt in September 2024. 

De termijnen van de Lbv-(plus) regelingen zijn per september 2024 enigszins aangepast. De belangrijkste wijzigingen vindt u in de staatscourant van 30 september 2024  Staatscourant 2024, 31554.

Landbouwhuisdieren worden gedefinieerd als zoogdieren of vogels die worden gehouden voor de productie van vlees, eieren, melk, wol of veren, evenals paarden of pony’s voor fokdoeleinden. Als een ondernemer mee doet aan één van de beëindigingsregelingen, is het verplicht om alle landbouwhuisdieren op deelnemende locaties af te voeren. Als een ondernemer voor de nieuwe functie hobbymatig (particulier) dieren wil houden, dan is het aan de provincie en/of gemeente om te bepalen wat de ondernemer aan landbouwhuisdieren mag houden. Een richtlijn hiervoor kunnen de aantallen zijn uit het Besluit Activiteiten Leefomgeving (artikel 3.200, tweede lid), maar het bevoegde gezag kan hiervan afwijken in haar eigen beleid.
 

Er geldt een locatieverbod en een doorstartverbod voor de tekenbevoegden van een veehouderij als gebruik is gemaakt van de Lbv(plus) regeling. Als een jonge agrariër niet onder het doorstartverbod wil vallen voor de diersoort waarmee deelgenomen gaat worden aan de regeling, zal hij of zij eerst uit de maatschap met de ouders moeten stappen. Vervolgens kan de jonge ondernemer op zoek gaan naar mogelijkheden voor een veehouderij op een andere daarvoor bestemde locatie.