Landelijke Beëindigingsregeling Veehouderijlocaties-plus (LBV+)

Interventielogica

Deze regeling is specifiek gericht op een groep van 3000 bedrijven die in totaal meer dan 2500 mol stikstof op kwetsbare N2000 gebieden veroorzaken. De boer (melkvee-, kalver-, pluimvee- en varkenshouder) ontvangt een forfaitaire vergoeding voor de stallen (120% van de gecorrigeerde vervangingswaarde van de gebouwen) en een sloopvergoeding. Er is een verplichting voor het intrekken van de omgevings- en natuurvergunning. Ook ontvangt de ondernemer een vergoeding voor productierechten. Hierdoor is het niet meer mogelijk om dezelfde bedrijfsactiviteit uit te voeren op dezelfde locatie, wat zorgt voor stikstofreductie. Een eventuele toekomstige activiteit op het perceel mag tot maximaal 15% van de eerder vergunde ruimte gebruiken.

Doelen

De regeling draagt bij aan het behalen van de opgaven op het gebied van natuurherstel en klimaat. De vermindering van de productiecapaciteit zorgt voor het reduceren van de stikstofdepositie op Natura-2000 gebieden en het reduceren van broeikasgasemissies. Verder draagt de regeling bij aan het tegengaan van geurhinder.

Maatregelen

Dit instrument ondersteunt de beëindiging en sloop van veehouderijbedrijven en/of locaties nabij N2000-gebieden en vermindert het totaal aantal varkens-, pluimvee- en fosfaatrechten.

Toelichting

Voor deelname aan de LBV+ wordt een landelijke drempelwaarde vastgesteld, op basis van de totale landelijke vracht. Op basis van de landelijke vracht wordt er gekeken naar de uitstoot van elk bedrijf. Hiervan wordt de depositie van het 3000ste bedrijf genomen als drempelwaarde. Alle bedrijven hierboven komen in aanmerking voor de LBV+ regeling.

Brondocumenten:

Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) (rvo.nl)

Opgave
Klimaat, Natuur
Type instrument
Financieel-economisch instrument
Doelgroep
Agrariërs
Looptijd/Openstelling
Eenmalig, van 3-7-2023 tot 20-12-2024
Bevoegd gezag
Het Rijk
Uitvoerder instrument
Het Rijk